Leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten

Leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten

Wat

Een bedrijfsruimte die in het geheel niet meer gebruikt wordt of een bedrijfsruimte waarvan meer dan 50% van de totale vloeroppervlakte van de gebouwen niet effectief wordt benut, wordt als leegstaand beschouwd. Een bedrijfsruimte is een gebouw met economische activiteit en met een minimumoppervlakte van 5 are. Alle percelen bij het gebouw worden meegerekend.

Een bedrijfsruimte kan zich ook in een verwaarloosde toestand bevinden. Dit kan van algemene of beperkte omvang zijn (zoals uitgesproken gebreken aan de buitenmuren, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitentimmerwerk, kroonlijst, dakgoten, trappen of liften).

Als er sprake is van leegstand of verwaarlozing wordt de bedrijfsruimte in een inventaris opgenomen. De Vlaamse overheid, departement Ruimte Vlaanderen beheert deze inventaris en vestigt de heffingen. 

Wat is de rol van de gemeente?

De gemeente stelt jaarlijks een vermoedenslijst van leegstaande of verwaarloosde bedrijfsruimten op en maakt die over aan de Vlaamse overheid.

Ruimte Vlaanderen beslist na 90 dagen of het bedrijf in de Inventaris van leegstand en verwaarlozing bedrijfsruimten wordt opgenomen. Als eigenaar ontvang je dan  een registratieattest. Je bent een heffing verschuldigd als het gebouw 3 opeenvolgende keren geregistreerd is in de Inventaris, tenzij je schorsing kunt genieten. De heffing wordt berekend op basis van het geïndexeerd kadastraal inkomen.

Als een eigenaar een bedrijfsruimte wil laten schrappen uit de Inventaris, dient hij zijn aanvraag tot schrapping te staven aan de hand van ‘een verklaring van de burgemeester’. Deze verklaring wordt opgemaakt na onderzoek ter plaatse en kan bij de dienst Omgeving aangevraagd worden.