Reuzenbalsemien

Wat?

Reuzenbalsemien

Reuzenbalsemien ( Impatiens glandulifera ) is van oorsprong afkomstig uit de Himalaya en India.
De plant wordt ongeveer 60 tot 200 cm hoog, bloeit van juli tot oktober en is te vinden op natte tot vrij vochtige, beschaduwde plaatsen langs waterkanten en in vochtige bossen.

De geslachtsnaam Impatiens betekent “ongeduldig” of “haastig” en is een verwijzing naar de zaden, die kunnen niet wachten op verspreiding en springen daarom uit elkaar als ze rijp zijn en aangeraakt worden.
De soortnaam glandulifera betekent “klierdragend”, de bladeren zijn voorzien van nectarklieren.

De reuzenbalsemien met haar roze bloemen, vaak tot twee meter hoog, siert de oevers van heel wat Vlaamse waterlopen. Ze is echter een onverbiddelijke concurrent voor inheemse oeverplanten. Bovendien sterft de plant in de herfst volledig af. Gevolg: een kale oever, die erg gevoelig is voor erosie en afkalving.

Doordat de reuzenbalsemien zo ontembaar groeit, belemmert ze bovendien de afvoer van het water. Bij hevige zomerbuien kan dit wateroverlast veroorzaken. Redenen genoeg dus om de plant in te tomen.

Hoe bestrijden?

De bloeiperiode juist vóór de zaadvorming (juni) is het ideale tijdstip om de plant te maaien. Het maaisel wordt daarna afgevoerd. Belangrijk is om in het najaar hergroei te verwijderen. Een andere bestrijdingstechniek bestaat uit het uittrekken en afvoeren van de stengels.
Reuzenbalsemien is in Vlaanderen ondertussen zo algemeen dat ze niet overal uitgeroeid kan worden. Beheerders zetten daarom in op gebiedsgerichte bestrijding.

Melden

Indien je langs de oevers van onze beken (vooral de Abeek of de Warmbeek) grote hoeveelheden reuzenbalsemien opmerkt, meld dit dan aan de gemeentelijke groendienst.

Reuzenbalsemien