De postkoets Bree-Hamont met Ties Capals, koetsier Nar van de Mal, postmeesteres Cecilia Roovers, telegrambesteller Jangke Roovers en de twee Bocholter postbodes met hun prikstok om straathonden af te weren.

Buiten de imposante hoeve Van den Steen lag er vóór 1827 langs de Dorpsstraat vanaf de huidige rotonde tot aan de Heuvel slechts één gebouwtje: het eeuwenoude dorpsschooltje op de hoek van de Pastoorsdreef waar ook de volksvergaderingen werden gehouden. In 1827 kwam daarnaast een nieuw schoolgebouw met op de verdieping het eerste gemeentehuis. Nu ligt daar de voortuin van het Huis van de Gemeente.

Nadat de nóg nieuwere jongensschool met ‘de Priool’ in 1869 in gebruik genomen was, werd de oude school op de benedenverdieping verhuurd. 100 jaar geleden woonden er veldwachter Leitje Brands-Nouwen en zijn schoonbroer postkoetsrijder Nar ‘van de Mal’ (Bosmans-Nouwen).

Er tegenover lag vanaf 1903 de stelplaats voor de postkoets en het eerste postkantoor van Bocholt, in de woning van postmeesteres Cecilia Capals-Roovers.

Op de plaats van de huidige apotheek lag vroeger het café-restaurant met logement ‘du Commerce’ van de familie Janssen, later Buttiens-Janssen. Er logeerden heel wat ‘komiezen’, meestal nog jonge douaniers die nooit lang op dezelfde standplaats mochten dienstdoen.

Op het einde van de straat kijken we tegen de gevel van het huis ‘Mockers’, een welstellende teutenfamilie. Jacobus Mockers-Reyners, die er 101 jaar werd in 1828, legde op 23 april 1827 de eerste steen van de nieuwe school/gemeentehuis.

Het woonhuis Mockers werd in de jaren vijftig afgebroken, maar het ‘Schuurke’ heeft in de jaren zeventig en tachtig nog dienstgedaan als café. Nu ligt er ‘residentie Morglia’, genoemd naar de aannemer die de Kerktoren in 1910 verplaatste.

In de Eerste Wereldoorlog heeft de Duitse bezetter het gemeentehuis ingepalmd. Hier poseren de Duitse officieren en onderofficieren voor de gevel die flink behangen is met hun talrijke verordeningen. Op het einde van de straat het huis met het schuurtje van Mockers.