Kuieren langs het water 14

Kuieren langs het water 14

Oud Kanaal, scheepswerf

 

De familie Savelkoul en schepen Jaak Schetz bij de inhuldiging van het droogdok in 1963 (fotocollectie familie Savelkoul).

De Zuid-Willemsvaart werd gegraven in 1822-1826 in de bedding van de ‘rigole navigable’ of ‘rigole nourricière’’, het kanaaltje dat door de Fransen werd aangelegd in 1808-1810. Dat diende om het door Napoleon geplande maar niet voltooide ‘Grand Canal du Nord’ (verbinding Rijn-Maas-Schelde) in Lozen van Maaswater te voorzien.

In 1933-1935 werd de Zuid-Willemsvaart verbreed en werd een bocht tussen Beek en Bocholt afgesneden. De schilderachtige oude arm van het kanaal die daardoor ontstaan was, verdween grotendeels door de aanleg van de nieuwe wegverbinding Lozen-Bree in 1972.

Op het restant van de oude dijk is een Finse piste aangelegd.

 

In het stukje oud kanaal dat hier de aansluiting met het nieuwe kanaal maakte werd door de familie Savelkoul in 1963 een scheepswerf met overdekt droogdok gebouwd.

Daarvoor moest eerst de ‘passerelle’ afgebroken worden, het betonnen brugje dat het ‘Eilandje’ tussen de oude en de nieuwe arm van het kanaal met het dorp verbond.

 

Voor de aanleg van het droogdok werd de passerelle afgebroken. (fotocollectie familie Savelkoul)

De passerelle was sinds mei 1940 niet meer in gebruik omdat ze niet hersteld werd nadat ze door het Belgisch leger gedynamiteerd was om de Duitse inval te vertragen.

Op de werf werden vooral de ‘kempenaars’ (600 ton) en de ‘spitsen’ (300 ton) hersteld en onderhouden, zo heetten de schepen die toen vooral gebruikt werden op onze kanalen.

50 jaar later werd de werf opgeruimd en vanaf 2017 werd er de nieuwe passantenhaven ingericht.

In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw lag hier aan de kade het schip ‘Viatrix’, een scheepswinkel van schipper Steensels die alles verkocht wat schippers zoal nodig hadden voor het onderhoud van hun schip.